Na Tenerife in januari en een cruise door de Baltische staten in april/mei is dit ons derde grote reis in 2019. Tussendoor hadden we ook al een fietsmidweek in september in Zeeland en elk een verlengd weekend in de ‘Dardennen’ en de baai van de Somme. Deze reis is begin januari al besteld bij DTS-OTC, een reisbureau dat zich richt tot personeel van de openbare diensten, in hoofdzaak (gepensioneerde) NMBS / Infrabel medewerkers.
De vluchturen zijn prima, we kunnen opstaan om 6h30, het laatste deel van de bagage klaarmaken en dochterlief komt ons halen rond 8h. Zij dropt ons nabij tot Gent Sint Pieters en met de trein van 9h00 sporen wij naar de luchthaven. De groep verzamelt aan de apotheek in de vertrekhal rond 11h30, we zijn met 24 deelnemers reisleider Jos Michiels inbegrepen.
De grote valiezen raken we gemakkelijk kwijt aan de check-in, bij het scannen van de handbagage moeten we helaas een flacon aftersun achterlaten. In afwachting van de vlucht eten we nog een broodje in de Panos. De vlucht naar Malaga met de SN Rackham (met Kuifje design) verloopt probleemloos, oma zit gans achteraan en ik op rij 10 aan het raam.
Rond 16h landen we in Malaga, daarna de bagage ophalen en met bus tot Mijas, waar een eerste stop voorzien is. Het ziet er hier mooi en zeer toeristisch uit maar helaas gaat er iets mis en kunnen we niet uitstappen. We zien vanuit de bus zeer mooie gebouwen, karretjes met ezels, enz. De reis gaat verder naar Torremolinos waar we inchecken in ‘Gran Hotel Cervantes’.
Deze reis is ‘volpension’, drank bij de maaltijden inbegrepen. Er is een uitgebreide keuze bij het buffet dat opgesteld is volgens landen thema’s. Daarna nemen we een kijkje op de 9de verdieping (zwembad) en ‘slenteren’ we via Calle Cuesta del Tajo, een smal trappenstraatje, naar Paseo Marítimo, beter bekend als de promenade. Er zijn zeer veel winkeltjes met veel, heel veel brol.
Er is een uitgebreid ontbijtbuffet, daarna de valiezen naar beneden brengen en om 8h de bus op naar Ronda. Van Torremolinos naar Ronda is het ongeveer 2h rijden. In Ronda wachten we op de lokale gids en eens zij er is begint de stadswandeling. De lokale gids doet het uitstekend, ook de komende dagen beschikken we over uitstekende gidsen. We houden o.a. halt aan de standbeelden van Dama Goyesca en haar aanbidder (of was het omgekeerd) en ook Pedro Romero Martínez, een lid van een bekende torero familie.
Verder bezoeken we het huis van Don Bosco en de ‘Parroquia Santa María la Mayorkerk’ met zeer mooi houtsnijwerk uit Canadese rode den. Het baldakijn boven het altaar is uit één massief stuk hout gemaakt. Iets weggemoffeld hangt een controversieel schilderij van het laatste avondmaal met veertien ‘transgender’ apostelen.
We bezoeken verder de ‘Plaza de Toros’, naar verluid de grootste stierengevecht arena ter wereld (grootste grondoppervlak) met 5000 zitplaatsen. Het middagmaal is in ‘Restaurante Abades’ recht tegenover de arena: vissoep, tapas met bloedworst en andere worsten. Daarna ‘papas fritas’ met een smaakloze varkenslap en pudding als toetje. Wijn en water zijn inbegrepen. Daarna zijn we ongeveer 45 minuten vrij en maken een wandeling in de omgeving van de arena.
Met de bus gaat het verder naar Sevilla, de hoofdstad van Andalusië. Onderweg zijn er zeer grote akkers geploegd met schijfeggen. De oogst is uiteraard al binnen, er rest een kaal licht heuvelachtig landschap. Naast graanvelden zijn er in de rotsachtige gebieden heel wat olijfbomen, verschillende plantages zijn recent aangeplant.
In Sevilla moeten we snel inchecken in hotel ‘Catalania Santa Justa’ waar we twee nachten zullen verblijven. Om 18h vertrekken we met de bus en een lokale vrouwelijke gids richting Plaza de España. Plaza de España is een zeer groot en mooi gebouwencomplex met een groot open middenplein. Het geheel is gebouwd tussen 1914 tot 1929 voor de wereldtentoonstelling van 1929.
Daarna gaan we weer de bus op voor een rondrit door het oude stadsgedeelte, we zien veel publieke parken, en het nieuwe stadsgedeelte met veel design gebouwen. Helaas rest er geen tijd om uit te stappen.
Het avondmaal is voorzien om 20h, er is een beperkt buffet in de kelder, maar eerst drinken we ons ‘glazeke’ cava. We tafelen samen met Lieven en Gudrun.
Ronda, Plaza de Toros
Sevilla, Plaza de España
Na het ontbijt vertrekken we met de bus voor een kort ritje tot aan de ‘Jardines de Murillo’. In dit park staan een paar enorme liaanbomen. We wandelen daarna door de wijk Santa Cruz, de oude Joodse wijk, over de Plaza d’Evira tot aan de Plaza del Triunfo een plein aan de voet van de Kathedraal van Sevilla met de ‘Giralda’ toren.
Opvallend is de wirwar van elektrische kabels op de gevels van de mooi verzorgde huizen. Regelmatig zien we appelsienbomen maar het is niet aangeraden om er eentje te plukken want ze zijn niet lekker. De sinaasappelsoort die in Sevilla groeit wordt gebruikt om tot marmelade verwerkt te worden. De Engelsen zijn er gek op, ’t was te peinzen!
De kathedraal van Sevilla is mooi, typisch voor de kathedralen in Andalusië is het enorm smeedijzeren hekwerk dat het altaar afsluit van de rest van de kerk. De ‘clerus’ nam plaats voor het hek, het gepeupel aan de andere kant. Had de clerus iets te verbergen?
Aansluitend aan de kathedraal staat de ‘Giralda’ toren. We wandelen (eigenlijk slenteren – we zijn hier niet alleen) te voet tot boven op de toren, er zijn gelukkig schuine hellingen i.p.v. trappen. Deze 34 schuine hellingen werden aangelegd om de Muezzin, de persoon die de moslims vijf maal per dag oproept voor het gebed, op de rug van een ezeltje naar boven te brengen.
Na het bezoek aan de toren eten we lekkere tapas in ‘Hosteria del Laurel’ en daarna zijn we een klein uurtje vrij.
Rond 16h bezoeken we onder leiding van reisleider Jos, het Koninklijk Paleis ‘Alcázar Real de Sevilla’. Met zijn vele zalen en kleine tuinkamers lopen we warempel verloren. We ontmoeten er Els, een oud collega van onze dochter Katrien. Alcázar is mooi maar het is een doolhof, ook de dames Arlette en Lut zijn hopeloos op zoek naar de uitgang. Uiteindelijk raken we er toch uit, een San Miguel (Spaans bier) verzacht ons leed.
Na het avondeten wandelen we een paar honderd meter om een flamenco-avond in het ‘Palacio Andaluz‘ bij te wonen. Een zeer mooie show van anderhalf uur, helaas was de gratis sangria niet zo lekker en moest oma het ’s nachts bekopen.
Sevilla, La Giralda
Sevilla, flamincoshow
Opstaan, valiezen maken, ontbijten (oma niet, ze is een beetje ziekjes van de slechte sangria van gisterenavond) en de bus op naar Cordoba (Córdoba in het Spaans). Onderweg zien we veel graanstoppels en hier en daar wordt ook katoen geteeld.
In Cordoba brengen we een geleid bezoek aan de beroemde Mesquita (Mezquita in het Spaans), één van de meesterwerken van de islamitische kunst. De Mesquita werd in de loop der eeuwen steeds vergroot en na de Reconquista tot katholieke kathedraal gewijd. In de middeleeuwen kon geen enkele stad de grootsheid van deze hoofdstad van het Kalifaat Al-Andalus evenaren. Na Mekka is de Mesquita de grootste moskee ter wereld.
We hebben geluk en ongeluk, er is een tijdelijke tentoonstelling van 43 schrijnen met taferelen uit het leven van Christus. Deze schrijnen worden gedragen tijdens de processies van de goede week door leden van een ‘broederschap van Nazare’. Het thema van de tentoonstelling is ‘Door Uw kruis hebt U de wereld verlost’. We hebben geluk omdat het prachtstukken zijn, ongeluk want iedereen wil deze relieken zien, dus het is hier enorm druk.
We wandelen verder door Juderia, de joodse wijk met haar ongewone synagoge en sfeervolle straatjes. Het middageten is in restaurant ‘Casa Palacio Bandolero’ recht tegenover de Mesquita: paella, gebakken patat met schapenvlees en ijs als dessert. Daarna kuieren we nog wat rond en bewonderen een trouwstoet met mooie aangespannen koetsen.
Om 15h vertrekken we richting Granada, we zien duizenden olijfbomen, een beetje druiven en ook wat mais. In de verte duiken de bergen van de Sierra Nevada op. Rond 17h is er onderweg een koffiestop en rond 18h checken we in de zeer mooie kamer 811 van ‘Barcelo Granada Congress’ hotel.
’s Avonds zitten we aan tafel met de Waalse ‘copains’ en reisleider Jos. Voorgerecht: salade met een ‘vleugje’ tonijn, vis met rijst en warme tomaat, tiramisu als dessert. Zoals steeds is er voldoende wijn aan tafel.
We starten de dag met een uitgebreid ontbijt samen met onze Waalse ‘copains’ en daarna is het opnieuw valiezen maken en met de bus naar ‘La Alhambra’ gelegen op een heuvelachtig plateau aan de zuidoostelijke grens van Granada. De lokale gids met ‘oortjes’ leidt ons door het prachtige middeleeuwse paradijs waar Moorse Koningen van de Nasride Dynastie heersten.
Het uitgebreide complex van ongeveer 14 ha groot, werd na de verovering van het koninkrijk Granada in 1492 door Ferdinand II van Aragon en Isabella I van Castilië als een zeer belangrijke buit gezien. Hun kleinzoon, de bekende Gentenaar keizer Karel V, gaf na zijn bezoek aan Granada in 1526 opdracht tot de bouw van een renaissancistisch paleis midden in het Alhambra, waarvoor een deel van het Alhambra werd afgebroken. Zijn vrouw Isabella van Portugal droeg er zorg voor dat wat nu rest bleef bestaan.
Vanwege de fijn uitgevoerde islamitische kunst en de zeer grote waarde van de kunstschatten, is het Alhambra een populaire trekpleister voor al dan niet opdringerige toeristen. Simonneke, met haar 86 onze oudste reisgezel, krijgt het op haar heupen en geeft zonder pardon een groep ‘spleetoogskes’ een ferme por. Binnenin zijn er mooie decoraties die toegeschreven worden aan Yusuf I. Veel kunstschatten van het Alhambra zijn gerestaureerd en zijn zo een goed voorbeeld van Moorse kunst op het Europese vasteland. Door de ramen en later in de voormiddag van uit de tuinen hebben we een mooi panoramisch zicht op Albaicín, de pittoreske Moorse wijk van Granada.
We sluiten ons bezoek aan het Alhambra af met een wandeling door het ‘Generalife’, de tuin der tuinen. Hier kwamen de sultans tot rust in een omgeving van terrastuinen, vijvertjes en spuitende fonteinen. Alle fonteinen en vijvertjes in het Generalife worden op natuurlijke wijze gevoed door water dat afkomstig is uit de Sierra Nevada. De paden zijn aangelegd in traditionele kiezelmozaïek.
We keren met de bus terug naar de omgeving van ons hotel, het middagmaal is voorzien in restaurant ‘Las Tinajas’ : tapas, zeer lekkere vis met spinazie (of was het andijvie?) en een desserten buffet. Gino uit Dikkebus kon de ‘camarero’ (bij ons ‘den garçon) overtuigen om ons meer dan voldoende te voorzien van rode wijn.
Daarna worden we gedropt bovenop een heuvel aan de Plaza Mirador de San Cristóbal en wandelen we te voet samen met Jos langs het Albaicín aan de overzijde van het Alhambra. Door de smalle en steile straatjes wandelen we tot aan de Koninklijke Kapel van Granada, de begraafplaats van de katholieke koningen, die we kort bezoeken (5€ per persoon). Na ons bezoek gaan we op zoek naar een koffie in ‘Bar Provincias’ in ‘Calle Provincias’.
Later brengt de bus ons naar Almuñecar, het is een mooie rit door de bergen. We zien verschillende aartslelijke plastiek serres. We kunnen Inchecken op kamer 110 met zicht op zee van ‘Hotel Helios’. We verblijven 5 nachten in dit hotel.
’s Avonds is er een welkomstdrink, helaas met flauwe sangria. Gelukkig kennen ze hier ‘Happy Hour’, twee gin tonics met meer dan voldoende gin kosten amper 6 Euro. Filip uit Oostende heeft zijn gsm in de bus laten liggen. Het diner is in buffetvorm, er is keuze in overvloed.
Mooi weer vandaag. We mogen wat langer slapen want de stadswandeling vertrekt pas om 9h30. Almuñecar is een klein mediterraan stadje met 2000 jaar geschiedenis achter zich. Getuigen hiervan zijn de Medina, de steegjes met de kleine witte huisjes. Het kasteel van San Miguel is helaas op maandag gesloten. We zien wel de Romeinse viszouterijen in de botanische tuin.
Verder wandelen we door de overdekte markhall waar Jos een cherimoya vrucht koopt. De cherimoya plant komt oorspronkelijk uit de hooglandvalleien van de Andes maar ook in deze regio wordt ze geteeld. Er wordt hier ook een fruitige likeur van gemaakt. Terug in Hotel Helios is het tijd voor de middagbuffet, we doen het rustig aan. En dan siësta time!!!
Na de siësta drinken we een ‘ague con gas’ op het terrasje van Restaurante Botos rechtover ons hotel en maken daarna een wandeling op de promenade. Er is hier bijna geen kat, wel honden op wandel met hun baasje. Helaas laten de hondjes hier en daar wat laten vallen, poepzakjes kennen ze hier nog niet. Het is hier einde seizoen, de promenade kan een grote poetsbeurt gebruiken, de groene stroken zijn wel perfect onderhouden.
’s Avonds is er opnieuw buffet, telkens zijn er andere keuzegerechten. We zitten aan tafel met de dames Lut uit Affligem en Arlette uit Gijzegem.
Opnieuw zeer mooi weer vandaag, een lekker en zeer uitgebreid ontbijt en daarna een paar foto’s maken vanop de tiende verdieping waar de Blue Bar is. We vertrekken om 8h30 met een minibus voor een daguitstap naar ‘Las Alpujarras’ in het Sierra Nevada gebergte.
Onderweg geeft de plaatselijke vrouwelijke gids (die een Vlaamse vriend heeft) veel uitleg over de streek: in de bossen leven er konijnen, everzwijnen, hazen en slangen. De herders met hun kuddes schapen, geiten of koeien trekken tijdens de zomer het hooggebergte in. Er zijn verschillende kaasmakerijen die de melk van deze dieren verwerken. De landbouw is kleinschalig, er is terrasbouw voor groenten, tomaten, kerstomaten, frambozen, appels, enz. Gepensioneerden Spanjaarden uit de grote steden komen hier rentenieren. De lokale bevolking werkt vooral in het toerisme aan de costa’s, de hamdrogerijen, het onderhoud van wegen en bossen.
De eerste stop is in Pampanera gelegen op 1150 m boven de zeespiegel. We wandelen door de smalle straatjes, de huizen hebben een typisch schouwtje en meestal een plat dak. Later bezoeken we ook nog een weefatelier waar op ambachtelijke wijze allerlei kleine tapijtjes worden geweven.
Onze volgend stop is Trevélez, 1476 m boven de zeespiegel en één van de hoogstgelegen dorpen van Spanje. De specialiteit hier is hammen drogen, den Pedro geeft ons veel uitleg hoe de hammen worden gezouten en gedroogd. Sommige hammen blijven 4 jaar in de droogzalen hangen, de prijs is navenant. In deze regio worden geen varkens gekweekt, de hammen worden van elders aangevoerd. En zoals bij elk bedrijfsbezoek krijgen we op het einde van het bezoek een proeverke: een flinterdun ‘schelleke’ van verschillende soorten ‘hespe’ samen met een klein glazeke licht rode lokale wijn (geen tinto) en daarna mogen we ook nog enkele kaassoorten proeven. En dan hop naar de aanpalende winkel waar al deze lekkernijen te koop zijn.
Na Trevélez, keren we terug richting kust. In Pórtugos houden we halt aan ijzerhoudende bronnen, volgens de legende krijg je door veel van dit water te drinken nooit grijze haren. Tot op vandaag zie ik nog weinig resultaat, het water heeft een aparte, lekkere smaak. In Hotel Nuevo Malagueño (grondgebied Pórtugos) eten we soep met amandelnoten, een lokale schotel met in veel olijfolie gebakken aardappelen, bloedworst en pikante worst, en wat warme groenten. Een taartje als dessert.
Een volgend bezoek is de ‘Chocolates Sierra Nevada’. We krijgen uitleg hoe hier van alles en nog wat in de chocolade wordt verwerkt. Veel vijgen worden er in de chocolade verwerkt, vijgen gevuld met chocolade en omgekeerd ook pralines gevuld met vijgen. Daarna kunnen we uitgebreid proeven en wie wil kan hier uiteraard zijn goesting kopen. In Lanjarón kunnen we vier verschillende soorten bronwater proeven, twee ervan vinden we lekker. We krijgen onze drinkbeker cadeau, een leuk maatbekertje voor in de keuken.
Een laatste stop is in Motril aan de poort van het goed afgeschermde domein waar Boudewijn en Fabiola op verlof kwamen. Een leuk stulpje met een enorme tuin en een privé strand. Door de palmbomen heen zie je een klein standbeeldje van Boudewijn staan.
We sluiten onze uitstap af met een gin tonic (happy hour = 2 voor de prijs van 1) en een buffet met allerlei lekkers.